Onderwijs en techniek: een gouden combi?
Nederland behoort wereldwijd tot de top als het gaat om research en development (R&D). Om voorop te blijven lopen, moeten we blijven innoveren. Hiervoor is technologische kennis onontbeerlijk. Maar volgens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is slechts 38% van de werkzame 15-30 jarigen met een technisch hoger onderwijs-diploma werkzaam in een technisch beroep. Dat is zorgelijk.
Want het bedrijfsleven moet hierdoor veel investeren in goed opgeleid en enthousiast technisch personeel of haalt dit personeel regelmatig uit het buitenland. En dat terwijl we in Nederland zoveel onbenut talent beschikbaar hebben. En dus is er werk aan de winkel.
Verbintenis tussen het onderwijs en de praktijk
Hoe we schoolverlaters weer enthousiast krijgen om in de technische bedrijfssector te werken? Om die vraag te kunnen beantwoorden, is het van belang te kijken naar de oorzaken. Waarom willen schoolverlaters niet werken in deze sector? En hoe komt het dat de verbintenis tussen het onderwijs en de praktijk steeds verder weg zakt? Eenvoudig: de theorie staat veel te ver van de praktijk vandaan. Leerkrachten zijn vaak niet up-to-date als het gaat om de nieuwste technologieën en de wijze waarop deze in de praktijk worden toegepast. En leerlingen en studenten worden op hun beurt te weinig geprikkeld om te ontdekken wat voor mogelijkheden de technische bedrijfssector te bieden heeft. Lesprogramma’s worden nauwelijks aangepast en stages vinden pas in het vervolgonderwijs plaats.
‘Techniek’ blijft hierdoor te lang een theoretisch onderwerp zonder sprankeling. Het gevolg: schoolverlaters en afstudeerders kiezen voor een andere weg en het bedrijfsleven heeft het nakijken. Hier kunnen wij onder meer vanuit het bedrijfsleven verandering in brengen.
Waar begint het?
Om die verandering in beweging te zetten, is in beginsel niet eens zo veel nodig. Het begint bij het basisonderwijs. Waarom laten we leerlingen niet op jonge leeftijd al kennismaken met techniek? Er zijn zoveel mooie voorbeelden te noemen van projecten die kinderen in aanraking laten komen met dit onderwerp. Denk aan FIRST LEGO League, waarin jongeren tussen de 9 en 15 jaar uitgedaagd worden om de maatschappelijke rol van techniek en technologie te onderzoeken aan de hand van opdrachten, zoals het ontwerpen, programmeren en bouwen van een volledig autonome robot. Deze wedstrijd bereikt inmiddels kinderen in zeventig verschillende landen!
En ook in het vervolgonderwijs zijn genoeg mogelijkheden om techniek onder de aandacht van leerlingen en studenten te brengen. Zo worden in Team Rembrandts, een Robotica-team uit Eindhoven, studenten uit het HBO, WO, MBO en leerlingen van middelbare scholen samengebracht met leerkrachten en ouderejaars studenten en zo in staat gesteld meer kennis op te doen dan ze op eigen houtje zouden kunnen.
Aansluiting van lesprogramma's
Ook lesprogramma’s zouden beter kunnen aansluiten op nieuwe technologieën. Als Cadmes ondersteunen we hierin, onder meer door het ontwikkelen van nieuwe lesprogramma’s. We hebben hiervoor mensen in dienst die zelf jarenlang voor de klas hebben gestaan en die hun uitgebreide kennis nu via ons verder ter beschikking stellen aan de nieuwe aanwas.
Daarnaast staan we als organisatie vaak vooraan in de rij als het gaat om het hier naartoe halen van nieuwe kennis en daar waarde aan toe te voegen, samen met partners als Dassault Systèmes. Op deze manier creëren we zo vroeg mogelijk verbintenis tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. En er zijn voldoende andere ideeën die nog wachten op uitwerking, zoals het organiseren van klantpresentaties op scholen en het aanbieden van meeloopstages binnen ons bedrijf. We laten de theorie en de praktijk met dit soort initiatieven graag samenkomen!
De rol van de overheid
Niet alleen het bedrijfsleven zelf heeft een rol in het laten voortbestaan van onze goede positie in de technische bedrijfssector. Ook de overheid heeft hierin een verantwoordelijkheid. Zij is immers verantwoordelijk als het gaat om wet- en regelgeving, een onderwerp dat net zo onderhevig is aan verandering als de techniek zelf. Vanuit de overheid kan latent talent dan ook zeker gestimuleerd worden. Zo speelt de overheid een belangrijke rol in het eerder genoemde aanpassen van landelijke lesprogramma’s. Laat leerlingen en studenten kennismaken met de wereld van 3D-tekenen en geef ze de mogelijkheid om meer te leren over bijvoorbeeld robotica. Als dit soort onderwerpen worden verweven in de dagelijkse lesstof, wordt het enthousiasme vanzelf aangewakkerd. Niet alleen bij de leerlingen en studenten, maar zeker ook bij docenten.
Een innovatief Nederland met goede handelsgeest
Natuurlijk kost het opnieuw verbinden van onderwijs en techniek tijd. Maar richting 2020 moet die nieuwe beweging wel goed zichtbaar zijn ingezet. Met kleine, laagdrempelige initiatieven kunnen we als overheid, onderwijs en bedrijfsleven een goede start maken. Nederland is een innovatief land met een goede handelsgeest. Dat zien we ook terug in onze tak van sport, waarbij we als Nederlandse partners globaal de eersten zijn die nieuwigheden vanuit onze leveranciers oppakken en omzetten in daadwerkelijk resultaat. Het sterker verbinden van techniek en onderwijs kan ons dan ook niet snel genoeg gaan. De leerlingen en studenten van nu zijn immers de motor van het bedrijfsleven van morgen.